Nederland slaat de handen ineen met de zogenaamde B-landen in Europa. Met Portugal, Rusland, Oekraïne, België, Nederland, Turkije, Zwitserland, Tsjechië en Griekenland, de landen die tussen de zesde en veertiende plaats staan op de UEFA-ranking, wordt er voorzichtig gewerkt aan een gezamenlijke competitie.
De B-landen willen het gat met de toplanden Engeland, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië verkleinen en de nieuwe competitie moet hier een bijdrage aan leveren. Volgens De Telegraaf en de Belgische krant Het Nieuwsblad vond er afgelopen week een bijeenkomst van de ECA (European Club Association) plaats in Parijs. Daar zou een project genaamd 'Subdivision 2' besproken zijn. Op een ontmoeting van de European Professional Football Leagues (EPFL) in Genève is een strategie uitgestippeld.
Met deze competitie kan er geanticipeerd worden op de totstandkoming van een mogelijke Europese Super League, een idee van de clubs uit de toplanden. De subtoplanden willen met het project dus rekening houden met een afscheiding van de top. Ajax-directeur Edwin van der Sar en Jacco Swart, directeur van de Eredivisie CV, vertegenwoordigen Nederland in het bestuur van de EPFL
Swart bevestigt de plannen tegenover De Telegraaf. "De Champions League wordt steeds voorspelbaarder. Bij de loting in augustus kun je al bijna 14 clubs aanwijzen die zullen overwinteren. Het zijn steeds dezelfde grootmachten die doordringen tot de laatste fase. De dominantie van de grote clubs is enorm. Internationaal kijken we vanuit Nederland hoe we met soortgelijken ons sterk kunnen maken. Het is nog in een vroeg stadium, maar we moeten tijdig met een plan komen. Als er ontwikkelingen komen, en we horen de geluiden over een zogenaamde Super League steeds vaker, hebben die een groot effect op de nationale competities. De komende maanden gaan we daarom verder stoeien met de andere leagues."